Advertentie
Na de introductie van de iPhone 16 en iPhone 16 Pro heeft Apple een webshop ingericht om diy-reparatieonderdelen te kopen. Als een beeldscherm gebarsten is, de camera of het glas op de achterkant, kun je officiële vervangingsonderdelen kopen.
Goedkoop zijn ze echter niet. Voor een beeldscherm voor de iPhone 16 leg je 338,99 euro neer - maar goed, daar krijg je dan ook een schroevenset bij. Voor de camera betaal je 199 euro en voor het vervangen van het glas aan de achterzijde betaal je tevens 199 euro. Voor de iPhone 16 Pro wordt het een stukje duurder en betaal je gemiddeld 50 -100 euro meer.
Je eigen iPhone repareren is tegenwoordig een stuk minder eng, dankzij Apple die de DIY-reparatieopties versoepelt. Zelf doen kan een grote besparing opleveren, vooral als je gebruikte onderdelen vindt, iets wat Apple nu A-oké noemt. Ze hebben zelfs plannen genoemd om meer budgetvriendelijke onderdelen van derden te ondersteunen, dus goedkopere batterijen en schermen zouden binnenkort een optie kunnen zijn.
Apple's geschiedenis met 'recht op reparatie' is een beetje een lastig verhaal. Jarenlang waren ze er absoluut tegen om gebruikers of onafhankelijke winkels Apple-apparaten te laten repareren. Ze beweerden dat het om veiligheid en gegevensbescherming ging, maar meestal betekende het dat gebruikers via Apple's service of een van de geautoriseerde winkels moesten gaan, wat prijzig kon zijn. De grote verandering kwam rond 2021, toen Apple aankondigde dat het reparatiesets, onderdelen en gereedschappen voor modellen als de iPhone 12 en 13 zou gaan verkopen. Apple deed deze stap niet zomaar omdat ze dat wilden: de druk van wetgevers, met name in staten als Californië en New York, en de Europese Unie, nam toe. Wetten over het recht op reparatie werden steeds populairder.