Advertentie
Vanaf 20 juni 2025 zullen nieuwe smartphones en tablets in Europa voorzien zijn van een EU-energielabel. Deze labels, vergelijkbaar met die op wasmachines of televisies, moeten het voor consumenten makkelijker maken om toestellen onderling te vergelijken op energieverbruik en duurzaamheid. De verplichting geldt ook voor draadloze huistelefoons en eenvoudige mobiele telefoons zonder internet. Uitzonderingen worden gemaakt voor toestellen die vóór 20 juni 2025 zijn uitgebracht en voor vouwbare apparaten.
Op het label vind je onder andere:
- Een energieverbruikklasse van A tot en met G [1]
- De batterijduur op één lading [3]
- Een repareerbaarheidsscore [6]
- Een stevigheidsscore (val- en stootbestendigheid) [4]
- De stof- en waterdichtheid [7]
- Het aantal laadcycli dat de batterij aankan (minimaal 800 cycli met behoud van 80% capaciteit) [5]
Deze factoren samen bepalen de uiteindelijke energiescore [2] van het toestel.
Naast het label zijn er aanvullende eisen. Zo moet het toestel bestand zijn tegen een bepaalde mate van schade door vallen of stoten, en goed beschermd zijn tegen stof en water. Onderdelen moeten binnen 5 tot 10 werkdagen leverbaar zijn, en tot zeven jaar na de verkoop beschikbaar blijven. Fabrikanten mogen bovendien geen beperkingen opleggen die reparaties onnodig bemoeilijken.
Ook op softwaregebied worden eisen gesteld: toestellen moeten minimaal vijf jaar lang software-updates krijgen na het stopzetten van de verkoop. In de praktijk bieden fabrikanten als Google en Samsung al langere ondersteuning, maar andere merken zullen hun updatebeleid dus moeten aanpassen.
Je kunt je natuurlijk afvragen waarom de EU zich hiermee bezighoudt, maar voor consumenten zijn de voordelen duidelijk. Het wordt eenvoudiger om toestellen te vergelijken, je weet zeker dat je langer beveiligingsupdates krijgt, en je kunt bewust kiezen voor een toestel dat beter scoort op bijvoorbeeld repareerbaarheid.
Het enige mogelijke nadeel is dat smartphones in de EU iets duurder kunnen worden, doordat fabrikanten verplicht worden hun producten langer te ondersteunen.
Toch verwacht de EU dat deze regels op termijn juist geld besparen: door minder energieverbruik, lagere productiekosten en langere levensduur van apparaten. Tegen 2030 moet dit voor zowel consumenten als het milieu merkbare voordelen opleveren.