Advertentie
AMD heeft via AGESA een functie van de Zen 4-architectuur uitgeschakeld, wat volgens een analyse van Chips and Cheese geen invloed heeft op de prestaties, maar toch een interessante omstandigheid is. Concreet gaat het om de loop buffer van de Zen 4-architectuur, vooral de processors van de Ryzen 7000-serie en de bijbehorende EPYC-modellen.
Tot nu toe heeft AMD alleen een loopbuffer gebruikt in de Zen 4-architectuur, maar deze wordt niet langer gebruikt voor Zen 5. Er bestaat geen volledige documentatie van de loopbuffer bij AMD, wat er ook op zou kunnen wijzen dat de implementatie slechts een testrun zou kunnen zijn. Concreet wordt het alleen vermeld als een micro-op-dispatcher, naast de op-cache en de decodereenheid.
De loop buffer is een prestatie-optimalisatiemaatregel met betrekking tot het stroomverbruik. In totaal passen er 144 vermeldingen in de loop buffer in de Zen 4-architectuur; geactiveerd zijn er 72 vermeldingen per thread. De loop buffer lijkt echter geen bijzonder belangrijke rol te spelen of de effecten ervan zijn niet significant, aangezien de op-cache al voldoende bandbreedte biedt en de stroomafwaartse hernoeming kan gebruiken en eenheden van de kernen kan toewijzen. In plaats daarvan zorgt de loopbuffer ervoor dat de kern een groot deel van de frontend kan uitschakelen, inclusief de operationele cache.
Wat opviel was dat de loop buffer werd uitgeschakeld na het installeren van een recentere bios op de ASRock B650 PG Lightning. Samen met een Ryzen 9 7950X3D lieten bios 3.10 en AGESA 1.2.0.2a de overeenkomstige verandering zien via hardwareprestatiemonitoring, die niet langer feedback gaf over de loopbuffer. Dit was nog steeds mogelijk met BIOS-versie 1.21 (AGESA 1.0.0.6).
Chips and Cheese deed enkele benchmarks en probeerde te analyseren of het ontbreken van de loop buffer impact had. De resultaten waren echter zeer gemengd en laten geen conclusies toe.
De vraag waarom AMD de loop buffer op processors met Zen 4-architectuur heeft uitgeschakeld, kan momenteel niet worden opgehelderd. Een dergelijke stap wordt meestal genomen als er een fout is opgetreden bij de implementatie van een dergelijke functie. Voor de Zen 4-architectuur is een dergelijk proces echter nog niet bekend. Intel moest de loop buffer (LSD) in de Skylake-architectuur uitschakelen en gebruikt er al enkele jaren een, net als diverse ARM-ontwerpen. De programmeergidsen verwijzen ook naar overeenkomstige optimalisaties, wat bij AMD niet het geval is.
Voor AMD had het de eerste poging kunnen zijn om een loop buffer in de Zen 4-architectuur te implementeren. Uiteindelijk maakt het waarschijnlijk niet uit of je er niet in geslaagd bent of dat je er uiteindelijk niet in geslaagd bent het te valideren. De Zen-architectuur is dienovereenkomstig ontworpen met de Op Cache, zodat AMD niet afhankelijk is van een loop-cache.
Uiteindelijk laat de integratie van een loop buffer in de Zen 4-architectuur zien dat AMD over de juiste middelen beschikt om nieuwe kerncomponenten te ontwikkelen. De ingenieurs mogen experimenteren zonder enig risico te nemen of het product in gevaar te brengen. Uiteindelijk blijft de loop buffer in de Zen 4-architectuur een kanttekening, meer niet.