Advertentie
Een extern toetsenbord, een muis en zeker ook een groot beeldscherm voegen veel gebruiksgemak toe aan het werken met een laptop. Dit komt echter wel met een prijs: de vele kabels die nodig zijn voor deze apparaten, en die moet je ook nog eens telkens op de juiste poorten aansluiten en weer loskoppelen. Een dockingstation biedt hiervoor een oplossing. Wij hebben er twee getest.
Het Duitse ‘Kabelsalat’ is één van de woorden waarvan kunstenares en auteur Ella Frances Sanders in het boek ‘Lost in translation’ een tekening gebruikt om de betekenis te verduidelijken. Kabelsalat geldt namelijk als een ‘onvertaalbaar woord’, een woord dat alleen in de oorspronkelijke taal zijn betekenis heeft. Vertaal je het toch, dan gaat de echte betekenis verloren. En dat klopt, want ‘kabelsalade’ mist alle urgentie en irritatie die het Duitse woord wel heeft. Losliggende kabels op een bureau zijn namelijk een bron van ongenoegen en irritatie. Wat moet waarin? Wat is verkeerd aangesloten? En wat werkt er niet doordat een collega of huisgenoot de kabel heeft geleend en niet teruggebracht? De oplossing voor ‘Kabelsalat’ is een dockingstation. Ooit een prijzige oplossing voor saaie kantoorklerken, inmiddels een troostrijke investering voor de thuiswerker - en eigenlijk voor iedereen met een laptop. Want vooral voor hen brengt een dockingstation uitkomst.